Kennis en kunde: Antibiotica

16-10-20109

Bacteriën

Antibiotica zijn geneesmiddelen die gebruikt worden tegen bacteriën. Antibiotica werken dus niet tegen virussen. Virussen zijn in tegenstelling tot bacteriën niet ‘zelfverzorgend’. Bacteriën kunnen in principe zelf ‘’eten, drinken en voorplanten’’. Een bacterie bestaat uit een cel met verschillende structuren erin om hem levend te houden. Een virus kan dit niet zelf en is een eiwitmantel met daarin DNA, om zichzelf te vermenigvuldigen heeft een virus een andere cel nodig. Er zijn veel verschillende bacteriën, voorbeelden zijn gram negatieve bacteriën (Streptokokken) en gram positieve bacteriën (Salmonella). Gram negatieve bacteriën hebben een extra wand om hun cel heen.

Antibiotica

Het eerste antibioticum werd ontdekt in 1929 door Alexander Fleming. Dit gebeurde bij toeval toen hij onderzoek deed naar stafylokokken. In 1940 werd het ontdekte penicilline een medicijn, hierna volgde tussen ’50 en ’70 de ‘gouden jaren’ voor de antibiotica. Er zijn veel verschillende soorten antibiotica op de markt tegenwoordig, maar die worden pas gebruikt wanneer de potentiele ziekteverwekkers ‘’ het winnen van’’ de natuurlijke afweer. De natuurlijke afweer bestaat uit: Huid, afweerstoffen in slijmvliezen, maagzuur en de immuunreactie.

Infecties

Voorbeelden van een infectie is een pneumonie (longontsteking), dit is een infecties van de longen veroorzaakt door een bacterie. Acute bronchitis is een infectie veroorzaakt door een virus en hier worden geen antibiotica voor gebruikt. Klachten van een longontsteking zijn erger dan die van een bronchitis en omvatten: hoesten, ernstig ziek zijn, benauwdheid en eventueel zelfs verwardheid. De behandeling wordt bepaald door de verwekker:

  • Verwekker onbekend: Amoxicilline 4d 500-1000mg, 7-10 dagen
  • Streptococcus pneumoniae (Gram-): Benzylpenicilline
  • Mycoplasma pneumoniae: Doxycycline

Een andere infecties is een urineweginfectie, deze wordt voornamelijk veroorzaakt door de E. Coli bacterie uit de darm (70-90%). Er is verschil tussen een gecompliceerde infectie of niet, hierbij zijn de klachten verschillend. De behandeling is bij vrouwen (vaak ongecompliceerd) in eerste instantie afwachten en veel drinken, wanneer dit niet genoeg is: Nitrofurantoïne 5 dagen. Nitrofurantoïne stapelt namelijk op in de urine en bereikt hier de hoogste concentratie. Fosfomycine is ook een optie, eenmalig 3 gram (soms ook op dag 3 en 5: 3 gram). Bij ernstige infectie of vermoeden van weefselinvasie (vaak bij mannen):

  • Levofloxacine 1 d.d. 500 mg, 7 dagen  tot 14 dagen
  • Amoxicilline / clavulaanzuur

In het ziekenhuis komen andere soorten infecties langs dan in de 1e lijn. Voorbeelden zijn: infecties bij mensen met een stoornis in de afweer (Ouderen, neonaten, HIV patiënten), sepsis of bijvoorbeeld patiënten met een resistente bacterie. Jaarlijks overlijden er 33.000 mensen aan resistente in de EU. Bacteriën kunnen resistent worden door: 1. Wegpompen van antibiotica, 2. Aanpassen van het doel van de antibiotica, 3. Antibiotica niet binnen laten of 4. Het antibioticum aanvallen. Clavulaanzuur wordt gegeven bij amoxicilline om het eiwit dat amoxicilline aanvalt tegen te houden.

Antibiotica worden in het ziekenhuis ook gebruikt als chirurgische profylaxe, hierdoor zijn er na de operatie minder infecties. Het antibioticum dient dan 30 minuten voor de ingreep toegediend te worden.