Wat gebruik je bij een allergie?
14-11-2013
Allergie
Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen vreemde stoffen. Wanneer het immuunsysteem reageert op stoffen (allergenen) die in principe onschadelijk zijn voor het lichaam en geen ziekte veroorzaken, is er sprake van een allergische reactie. Enkele voorbeelden van allergenen zijn huisstofmijt, huidschilfers van dieren en stuifmeel (pollen) van bomen, planten of gras.
Een allergische reactie is dan ook een overdreven afweerreactie van het lichaam en kan leiden tot het ontstaan van allergische ziekten, die het gevolg zijn van stoffen die bij de immunologische reactie van het lichaam vrijkomen.
Enkele verschijnselen die bij een allergische reactie kunnen optreden zijn:
- jeuk of vlekjes,
- allergisch eczeem,
- gezwollen oogleden/oogwit,
- tranende ogen,
- kriebel in de neus,
- loopneus en
- niezen.
Het beste middel tegen een allergie is uiteraard het vermijden van de prikkels die de klachten veroorzaken. Dit is echter niet altijd mogelijk en er zijn dan ook verschillende geneesmiddelen die kunnen worden gebruikt bij een allergie.
Bij allergisch eczeem kunnen corticosteroïden in crèmes/zalven worden gebruikt, bijvoorbeeld bètamethason of hydrocortison. Deze middelen remmen de ontsteking, verminderen schilfering, stillen de jeuk en verminderen de zwelling. Hierdoor verergert eczeem minder snel, verminderen de branderige plekken en zal de roodheid afnemen. De huid kan zich herstellen, wordt soepeler en zal er beter gaan uitzien. Bij een droge huid kan tevens een crème/zalf zonder werkzame stof worden gebruikt, omdat een droge huid gevoeliger is voor allerlei prikkels waardoor jeuk kan ontstaan.
Bij allergische bindvliesontsteking kunnen antihistaminica in oogdruppels worden gebruikt. Deze middelen blokkeren de werking van histamine, een stof die bij een allergische reactie in het lichaam vrijkomt. Voorbeelden hiervan zijn: Allergodil® en Livocab® oogdruppels.
Voor een loopneus, niezen of dichtzittende neus zijn verschillende soorten neussprays of neusdruppels beschikbaar. Druppels of neussprays met natriumchloride verdunnen bijvoorbeeld ingedikt slijm, waardoor het slijm makkelijker wegloopt. Een middel dat tijdelijk de zwelling van het slijmvlies vermindert en hiermee de afvoer van vastzittend slijm vergemakkelijkt is xylometazoline. Xylometazoline mag maximaal zeven dagen achtereen worden gebruikt.
Naast de hiervoor genoemde middelen worden antihistaminica in neussprays gebruikt bij incidentele klachten, vanwege de snelle werkzaamheid. Ook het anti-allergiemiddel cromoglicinezuur voorkomt het vrijkomen van lichaamseigen stoffen die bij een allergische reactie ontstaan. Het effect van cromoglicinezuur is echter pas na enkele weken maximaal en het middel heeft geen directe invloed op de symptomen.
Bij terugkerende en milde klachten waarbij tevens sprake is van een verstopte neus hebben corticosteroïdneussprays de voorkeur. Corticosteroïden werken ontstekingsremmend, verminderen overgevoeligheidsverschijnselen en voorkomen zwelling van het neusslijmvlies. Ook bij persisterende en matige tot ernstige rhinitis hebben corticosteroïden de voorkeur. De werking treedt na één tot zeven dagen in.
Tot slot zijn er nog antihistaminica in tablet- en drankvorm beschikbaar. Deze worden ingedeeld in eerste generatie en tweede generatie antihistaminica. De voorkeur gaat uit naar tweede generatie antihistaminica, omdat deze geen sederende werking hebben. Voorbeelden van 2e generatie antihistaminica zijn: cetirizine (Zyrtec®), levocetirizine (Xyzal®) en desloratadine (Aerius®).