Kennis en kunde: corticosteroïden

04-06-2014

Corticosteroïden

Corticosteroïden worden geproduceerd door de bijnierschors.
Bijnierschors

Er bestaan twee soorten corticosteroïden: glucocorticosteroïden en mineralocorticosteroïden.

Glucocorticosteroïden regelen ontstekingsreacties, stofwisseling en allergische reacties.
Mineralocorticosteroïden regelen de zout en water balans in het lichaam.

Er bestaan verschillende zeldzame syndromen waarbij er een tekort of overschot is aan corticosteroïden. Bij het syndroom van Conn hebben patiënten te veel aldosteron, een mineralocorticosteroïd, waardoor de bloeddruk stijgt en patiënten veel vocht vasthouden. Het syndroom van Cushing zorgt voor een typisch rond opgeblazen gezicht, sterke gewichtstoename en typische vetverdeling door te veel cortisol in het lichaam. Bij de ziekte van Addison is er van beide hormonen een tekort door het slecht functioneren van de bijnierschors.

    Corticosteroïden kunnen op verschillende manieren worden toegepast. Een systemische toepassing vindt plaats door orale inname, intraveneuze, intramusculaire of subcutane toediening. Er zijn veel verschillende corticosteroïden die systemisch kunnen worden toepast waaronder prednisolon, dexamethason en fludrocortison. (Gluco)corticosteroïden kunnen systemisch worden ingezet bij verschillende ziekten zoals reumatoïde artritis (ontsteking van de gewrichten) of bij exacerbaties (verergering) van longziekten zoals COPD en astma. Het gebruik van corticosteroïden remt de ontsteking, waardoor de klachten afnemen. Bij de toepassing van corticosteroïden moet er worden opgelet dat de patiënt geen pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac gebruikt, omdat de combinatie, vooral bij ouderen, kan zorgen voor maagproblemen. Bij patiënten met diabetes mellitus moet worden gelet op de bloedglucosewaarde, deze kan door het gebruik van corticosteroïden sterk toenemen.

      Naast een systemische behandeling kunnen corticosteroïden ook lokaal worden toegepast. Dit heeft als voordeel dat de kans op bijwerkingen minder groot is. Corticosteroïden worden rectaal toegepast bij inflammatoire darmziekten zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. Op de huid, dermaal, zijn er veel verschillende zalven en crèmes beschikbaar met corticosteroïden. Deze kunnen worden ingedeeld in klassen, waarbij klasse 1 (hydrocortison) het zwakst werkend is en klasse 4 (Dermovate zalf) het sterkst werkend. De keuze van het preparaat is afhankelijk van de plaats van de aandoening, effect van eerdere behandeling, leeftijd van de patiënt, aard en ernst van de aandoening en bijwerkingen. Een veel voorkomende bijwerking is het dunner worden van de huid. Dit kan worden voorkomen door het smeren van een zo laag mogelijke klasse of het afwisselend gebruiken van een preparaat met corticosteroïden en een neutrale crème zoals (vaseline)cetomacrogolcrème.

        Bij de behandeling van astma en COPD worden corticosteroïden ook vaak per inhalatie toegepast. Beclomethason, budesonide, ciclesonide en fluticason worden allen toegepast. Een veel voorkomende bijwerking is heesheid en het ontstaan van schimmelinfectie op de tong of in de mond. Dit kan worden voorkomen door een het spoelen van de mond met water na inhalatie en/of het aanleren van een goede inhalatietechniek.